28/06/2024
1. Inleiding
Op 17 juni werd de EU-Natuurherstelwet onder het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie goedgekeurd. De laatste maanden werd in Europa fel gediscussieerd over één van de laatste hoekstenen van de Europese “Green Deal”, een reeks beleidsinitiatieven die van Europa het eerste klimaat-neutrale continent moet maken.
De Natuurherstelwet moet de achteruitgang van de kwaliteit van de Europese natuur tegengaan en legt hiervoor juridisch bindende streefcijfers op aan de lidstaten. De lidstaten zullen op basis van deze streefcijfers doeltreffende herstelmaatregelen moeten nemen die ervoor zorgen dat in 2030 minstens 20% van de land- en zeegebieden hersteld moeten zijn, vooral in de al beschermde Natura-2000 gebieden. Tegen 2050 zouden in alle ecosystemen waar bescherming nodig is herstelmaatregelen moeten worden genomen.
De meningen over de Natuurherstelwet zijn verdeeld. Natuurverenigingen zijn tevreden, terwijl de industrie en landbouw vrezen dat het verkrijgen van vergunningen opnieuw bemoeilijkt zal worden. Ook op deelstatelijk niveau zijn de meningen uiteenlopend: Vlaanderen ziet de Natuurherstelwet niet graag komen terwijl deze wel enthousiast wordt onthaald door de Waalse en Brusselse regeringen.
Is na het Stikstofdebacle, de komst van de Natuurherstelwet nu echt een zoveelste stok in de wielen van de vergunningsaanvrager of is er sprake van een storm in een glas water?
2. Waar moet er aan natuurherstel gedaan worden?
Op vandaag maakt al 18% van het grondgebied en 9% van het zeegebied van de EU deel uit van het zogenaamde Natura-2000 netwerk, een netwerk van beschermde natuurgebieden waarvoor lidstaten beschermingsmaatregelen moeten nemen ter vrijwaring van de biodiversiteit in deze gebieden.
De Natuurherstelwet doet hier echter nog een enorme schep bovenop. Het doel van de wet is om tegen 2030 minstens 20% van de land- en zeegebieden in de EU te beschermen door het opleggen van herstelmaatregelen. Tegen 2050 moet de scope van deze herstelmaatregelen worden uitgebreid naar alle ecosystemen die herstel nodig hebben.
Het is duidelijk dat het toepassingsgebied van de wet bijzonder ruim is. De wet bevat specifieke bepalingen die van toepassing zijn op verschillende soorten gebieden. Zo zijn er aparte regels voor de landgebieden (bossen en heide), mariene gebieden (zeeën en estuaria) en zoetwatergebieden (rivieren, moerassen en veengebieden). Ook in de steden worden gevat door de Natuurherstelwet: tegen 2030 mag er geen nettoverlies aan stedelijk groen meer plaatsvinden. Tenslotte krijgen ook de landbouwecosystemen en de bosgebieden en aparte regeling waarbij er wordt vooropgesteld om tegen 2030 3 miljard extra bomen aan te planten.
3. Hoe moet de natuur beschermd worden?
Er geldt een verplichting van voortdurende verbetering in de herstelgebieden totdat een gunstige staat van het ecosysteem is bereikt. In gebieden waar al een goede toestand aanwezig is, geldt tevens een verslechteringsverbod: de toestand van de natuur mag er zeker niet op achteruitgaan. De natuurherstelwet bevat echter verschillende uitzonderingen op deze verplichtingen waaronder een uitzondering voor projecten van dwingend publiek belang of in het kader van grootschalige overmacht zoals natuurrampen en bosbranden.
Nadat de bestaande kwaliteit en kwantiteit van de bestaande natuur in kaart is gebracht, zullen de lidstaten specifieke maatregelen naar voren moeten schuiven om de bestaande natuur te beschermen en continue te verbeteren (het zgn. verslechteringsverbod). Hierbij valt te denken aan het laten liggen van dood hout in bossen of het verbinden van verschillende ecosystemen. Ook voor natuur die verdwenen is of in een slechte staat verkeert zullen er maatregelen moeten worden voorzien.
Om bovenstaande doelen en maatregelen te concretiseren zullen de lidstaten nationale natuurherstelplannen moeten opstellen. In België zal dat de taak zijn van elk van de deelstaten afzonderlijk. De deelstaten zullen deze taak grondig moeten uitvoeren want de natuurherstelplannen zullen periodiek gecontroleerd worden door de Europese Commissie.
Ook het brede publiek zal zijn zegje hebben in de opmaak van de plannen. De Natuurherstelwet verzekert namelijk dat het brede publiek op een open en transparante manier inspraak moet hebben in de voorbereiding van de plannen en faciliteert de rechtstreekse toegang tot de rechter voor milieuverenigingen en andere belanghebbende partijen.
4. Zal de Natuurherstelwet leiden tot een vergunningenstop?
Bij de belangenorganisaties van de (land)bouwsector en de industrie heerst de vrees dat de komst van de Natuurherstelwet het moeilijker zal maken om nieuwe vergunningen te verkrijgen. Vooral het verslechteringsverbod wordt beschouwd als een rem op het afleveren van vergunningen. Velen zien de wet dan ook als een extra wapen om vergunningen mee aan te vechten.
Er dient echter te worden opgemerkt dat heel wat van de maatregelen die de Natuurherstelwet naar voren schuift, op vandaag al deel uitmaken van de Vlaamse natuurwetgeving. Zo bevat artikel 8 van het Natuurdecreet al een standstill-principe hetgeen inhoudt dat iedere verdere achteruitgang van de natuur moet worden voorkomen.
Bovendien dient de vergunningverlenende overheid bij iedere aanvraag al na te gaan of een bepaald project vermijdbare schade aan de natuur toebrengt door het uitvoeren van de natuurtoets. De natuurtoets, of zorgplicht voor de natuur, is van toepassing in ieder type bestemmingsgebied. Op die manier moet ook in woongebied worden nagegaan of er al dan niet sprake is van schade aan de natuur wanneer men bijvoorbeeld bomen wil kappen om een woningbouwproject te realiseren. Rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen leert trouwens dat de natuurtoets op een gedetailleerde wijze moet worden gemotiveerd en een vergunning effectief geweigerd kan worden wanneer dit niet het geval is.
In beschermde natuurgebieden wordt tenslotte nog een verstrengd toezicht uitgeoefend op de zorgplicht voor de natuur door de verscherpte natuurtoets, ook wel de VEN-toets genaamd.
Het is duidelijk dat het bestaand wetgevend instrumentarium veel gelijkenissen vertoont met de nieuwe bepalingen van de Natuurherstelwet. Om die reden is de kans dat er een vergunningenstop zit aan te komen eerder beperkt.
Het verslechteringsverbod uit de Natuurherstelwet lijkt eerder een reminder voor de lidstaten om op een verantwoorde wijze om te springen met hun nationaal natuurbeleid, althans is dit het geval voor Vlaanderen. Daarenboven creëren de uitzonderingsbepalingen van de Natuurherstelwet voldoende marge voor grote projecten van publiek belang. Ook mag niet uit het oog verloren worden dat het grootste deel van de bepalingen uit de Natuurherstelwet uitgaat van een inspanningsverbintenis van de lidstaten. De Vlaamse overheid zal niet veroordeeld worden door de EU voor het niet halen van de doelstellingen indien zij in staat is om aan te tonen dat ze er alles aan gedaan heeft om die doelen te bereiken.
5. Besluit
Vanaf het moment dat de Natuurherstelwet wordt gepubliceerd in het publicatieblad van de EU zal deze in werking treden. Toegegeven, de kwantitatieve doelen die de Natuurherstelwet vooropstelt zijn ambitieus en zorgen voor paniek bij belangenorganisaties. De belangrijkste maatregelen die worden ingevoerd, zoals het verslechteringsverbod, maken op vandaag echter reeds deel uit van de Vlaamse wetgeving. Naar alle waarschijnlijkheid zijn de kritieken die de Natuurherstelwet wegzetten als “een juridische doos van Pandora” ietwat overdreven. In ieder geval blijft de kans op een potentiële vergunningenstop zeer beperkt.
Wenst u meer te weten omtrent deze topic? Of heeft u andere vragen omtrent vastgoedgerelateerde onderwerpen? Ons team van gespecialiseerde advocaten staat klaar om al uw vragen te beantwoorden.
28/06/2024
1. Inleiding
Op 17 juni werd de EU-Natuurherstelwet onder het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie goedgekeurd. De laatste maanden werd in Europa fel gediscussieerd over één van de laatste hoekstenen van de Europese “Green Deal”, een reeks beleidsinitiatieven die van Europa het eerste klimaat-neutrale continent moet maken.
De Natuurherstelwet moet de achteruitgang van de kwaliteit van de Europese natuur tegengaan en legt hiervoor juridisch bindende streefcijfers op aan de lidstaten. De lidstaten zullen op basis van deze streefcijfers doeltreffende herstelmaatregelen moeten nemen die ervoor zorgen dat in 2030 minstens 20% van de land- en zeegebieden hersteld moeten zijn, vooral in de al beschermde Natura-2000 gebieden. Tegen 2050 zouden in alle ecosystemen waar bescherming nodig is herstelmaatregelen moeten worden genomen.
De meningen over de Natuurherstelwet zijn verdeeld. Natuurverenigingen zijn tevreden, terwijl de industrie en landbouw vrezen dat het verkrijgen van vergunningen opnieuw bemoeilijkt zal worden. Ook op deelstatelijk niveau zijn de meningen uiteenlopend: Vlaanderen ziet de Natuurherstelwet niet graag komen terwijl deze wel enthousiast wordt onthaald door de Waalse en Brusselse regeringen.
Is na het Stikstofdebacle, de komst van de Natuurherstelwet nu echt een zoveelste stok in de wielen van de vergunningsaanvrager of is er sprake van een storm in een glas water?
2. Waar moet er aan natuurherstel gedaan worden?
Op vandaag maakt al 18% van het grondgebied en 9% van het zeegebied van de EU deel uit van het zogenaamde Natura-2000 netwerk, een netwerk van beschermde natuurgebieden waarvoor lidstaten beschermingsmaatregelen moeten nemen ter vrijwaring van de biodiversiteit in deze gebieden.
De Natuurherstelwet doet hier echter nog een enorme schep bovenop. Het doel van de wet is om tegen 2030 minstens 20% van de land- en zeegebieden in de EU te beschermen door het opleggen van herstelmaatregelen. Tegen 2050 moet de scope van deze herstelmaatregelen worden uitgebreid naar alle ecosystemen die herstel nodig hebben.
Het is duidelijk dat het toepassingsgebied van de wet bijzonder ruim is. De wet bevat specifieke bepalingen die van toepassing zijn op verschillende soorten gebieden. Zo zijn er aparte regels voor de landgebieden (bossen en heide), mariene gebieden (zeeën en estuaria) en zoetwatergebieden (rivieren, moerassen en veengebieden). Ook in de steden worden gevat door de Natuurherstelwet: tegen 2030 mag er geen nettoverlies aan stedelijk groen meer plaatsvinden. Tenslotte krijgen ook de landbouwecosystemen en de bosgebieden en aparte regeling waarbij er wordt vooropgesteld om tegen 2030 3 miljard extra bomen aan te planten.
3. Hoe moet de natuur beschermd worden?
Er geldt een verplichting van voortdurende verbetering in de herstelgebieden totdat een gunstige staat van het ecosysteem is bereikt. In gebieden waar al een goede toestand aanwezig is, geldt tevens een verslechteringsverbod: de toestand van de natuur mag er zeker niet op achteruitgaan. De natuurherstelwet bevat echter verschillende uitzonderingen op deze verplichtingen waaronder een uitzondering voor projecten van dwingend publiek belang of in het kader van grootschalige overmacht zoals natuurrampen en bosbranden.
Nadat de bestaande kwaliteit en kwantiteit van de bestaande natuur in kaart is gebracht, zullen de lidstaten specifieke maatregelen naar voren moeten schuiven om de bestaande natuur te beschermen en continue te verbeteren (het zgn. verslechteringsverbod). Hierbij valt te denken aan het laten liggen van dood hout in bossen of het verbinden van verschillende ecosystemen. Ook voor natuur die verdwenen is of in een slechte staat verkeert zullen er maatregelen moeten worden voorzien.
Om bovenstaande doelen en maatregelen te concretiseren zullen de lidstaten nationale natuurherstelplannen moeten opstellen. In België zal dat de taak zijn van elk van de deelstaten afzonderlijk. De deelstaten zullen deze taak grondig moeten uitvoeren want de natuurherstelplannen zullen periodiek gecontroleerd worden door de Europese Commissie.
Ook het brede publiek zal zijn zegje hebben in de opmaak van de plannen. De Natuurherstelwet verzekert namelijk dat het brede publiek op een open en transparante manier inspraak moet hebben in de voorbereiding van de plannen en faciliteert de rechtstreekse toegang tot de rechter voor milieuverenigingen en andere belanghebbende partijen.
4. Zal de Natuurherstelwet leiden tot een vergunningenstop?
Bij de belangenorganisaties van de (land)bouwsector en de industrie heerst de vrees dat de komst van de Natuurherstelwet het moeilijker zal maken om nieuwe vergunningen te verkrijgen. Vooral het verslechteringsverbod wordt beschouwd als een rem op het afleveren van vergunningen. Velen zien de wet dan ook als een extra wapen om vergunningen mee aan te vechten.
Er dient echter te worden opgemerkt dat heel wat van de maatregelen die de Natuurherstelwet naar voren schuift, op vandaag al deel uitmaken van de Vlaamse natuurwetgeving. Zo bevat artikel 8 van het Natuurdecreet al een standstill-principe hetgeen inhoudt dat iedere verdere achteruitgang van de natuur moet worden voorkomen.
Bovendien dient de vergunningverlenende overheid bij iedere aanvraag al na te gaan of een bepaald project vermijdbare schade aan de natuur toebrengt door het uitvoeren van de natuurtoets. De natuurtoets, of zorgplicht voor de natuur, is van toepassing in ieder type bestemmingsgebied. Op die manier moet ook in woongebied worden nagegaan of er al dan niet sprake is van schade aan de natuur wanneer men bijvoorbeeld bomen wil kappen om een woningbouwproject te realiseren. Rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen leert trouwens dat de natuurtoets op een gedetailleerde wijze moet worden gemotiveerd en een vergunning effectief geweigerd kan worden wanneer dit niet het geval is.
In beschermde natuurgebieden wordt tenslotte nog een verstrengd toezicht uitgeoefend op de zorgplicht voor de natuur door de verscherpte natuurtoets, ook wel de VEN-toets genaamd.
Het is duidelijk dat het bestaand wetgevend instrumentarium veel gelijkenissen vertoont met de nieuwe bepalingen van de Natuurherstelwet. Om die reden is de kans dat er een vergunningenstop zit aan te komen eerder beperkt.
Het verslechteringsverbod uit de Natuurherstelwet lijkt eerder een reminder voor de lidstaten om op een verantwoorde wijze om te springen met hun nationaal natuurbeleid, althans is dit het geval voor Vlaanderen. Daarenboven creëren de uitzonderingsbepalingen van de Natuurherstelwet voldoende marge voor grote projecten van publiek belang. Ook mag niet uit het oog verloren worden dat het grootste deel van de bepalingen uit de Natuurherstelwet uitgaat van een inspanningsverbintenis van de lidstaten. De Vlaamse overheid zal niet veroordeeld worden door de EU voor het niet halen van de doelstellingen indien zij in staat is om aan te tonen dat ze er alles aan gedaan heeft om die doelen te bereiken.
5. Besluit
Vanaf het moment dat de Natuurherstelwet wordt gepubliceerd in het publicatieblad van de EU zal deze in werking treden. Toegegeven, de kwantitatieve doelen die de Natuurherstelwet vooropstelt zijn ambitieus en zorgen voor paniek bij belangenorganisaties. De belangrijkste maatregelen die worden ingevoerd, zoals het verslechteringsverbod, maken op vandaag echter reeds deel uit van de Vlaamse wetgeving. Naar alle waarschijnlijkheid zijn de kritieken die de Natuurherstelwet wegzetten als “een juridische doos van Pandora” ietwat overdreven. In ieder geval blijft de kans op een potentiële vergunningenstop zeer beperkt.
Wenst u meer te weten omtrent deze topic? Of heeft u andere vragen omtrent vastgoedgerelateerde onderwerpen? Ons team van gespecialiseerde advocaten staat klaar om al uw vragen te beantwoorden.
28/06/2024
1. Inleiding
Op 17 juni werd de EU-Natuurherstelwet onder het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie goedgekeurd. De laatste maanden werd in Europa fel gediscussieerd over één van de laatste hoekstenen van de Europese “Green Deal”, een reeks beleidsinitiatieven die van Europa het eerste klimaat-neutrale continent moet maken.
De Natuurherstelwet moet de achteruitgang van de kwaliteit van de Europese natuur tegengaan en legt hiervoor juridisch bindende streefcijfers op aan de lidstaten. De lidstaten zullen op basis van deze streefcijfers doeltreffende herstelmaatregelen moeten nemen die ervoor zorgen dat in 2030 minstens 20% van de land- en zeegebieden hersteld moeten zijn, vooral in de al beschermde Natura-2000 gebieden. Tegen 2050 zouden in alle ecosystemen waar bescherming nodig is herstelmaatregelen moeten worden genomen.
De meningen over de Natuurherstelwet zijn verdeeld. Natuurverenigingen zijn tevreden, terwijl de industrie en landbouw vrezen dat het verkrijgen van vergunningen opnieuw bemoeilijkt zal worden. Ook op deelstatelijk niveau zijn de meningen uiteenlopend: Vlaanderen ziet de Natuurherstelwet niet graag komen terwijl deze wel enthousiast wordt onthaald door de Waalse en Brusselse regeringen.
Is na het Stikstofdebacle, de komst van de Natuurherstelwet nu echt een zoveelste stok in de wielen van de vergunningsaanvrager of is er sprake van een storm in een glas water?
2. Waar moet er aan natuurherstel gedaan worden?
Op vandaag maakt al 18% van het grondgebied en 9% van het zeegebied van de EU deel uit van het zogenaamde Natura-2000 netwerk, een netwerk van beschermde natuurgebieden waarvoor lidstaten beschermingsmaatregelen moeten nemen ter vrijwaring van de biodiversiteit in deze gebieden.
De Natuurherstelwet doet hier echter nog een enorme schep bovenop. Het doel van de wet is om tegen 2030 minstens 20% van de land- en zeegebieden in de EU te beschermen door het opleggen van herstelmaatregelen. Tegen 2050 moet de scope van deze herstelmaatregelen worden uitgebreid naar alle ecosystemen die herstel nodig hebben.
Het is duidelijk dat het toepassingsgebied van de wet bijzonder ruim is. De wet bevat specifieke bepalingen die van toepassing zijn op verschillende soorten gebieden. Zo zijn er aparte regels voor de landgebieden (bossen en heide), mariene gebieden (zeeën en estuaria) en zoetwatergebieden (rivieren, moerassen en veengebieden). Ook in de steden worden gevat door de Natuurherstelwet: tegen 2030 mag er geen nettoverlies aan stedelijk groen meer plaatsvinden. Tenslotte krijgen ook de landbouwecosystemen en de bosgebieden en aparte regeling waarbij er wordt vooropgesteld om tegen 2030 3 miljard extra bomen aan te planten.
3. Hoe moet de natuur beschermd worden?
Er geldt een verplichting van voortdurende verbetering in de herstelgebieden totdat een gunstige staat van het ecosysteem is bereikt. In gebieden waar al een goede toestand aanwezig is, geldt tevens een verslechteringsverbod: de toestand van de natuur mag er zeker niet op achteruitgaan. De natuurherstelwet bevat echter verschillende uitzonderingen op deze verplichtingen waaronder een uitzondering voor projecten van dwingend publiek belang of in het kader van grootschalige overmacht zoals natuurrampen en bosbranden.
Nadat de bestaande kwaliteit en kwantiteit van de bestaande natuur in kaart is gebracht, zullen de lidstaten specifieke maatregelen naar voren moeten schuiven om de bestaande natuur te beschermen en continue te verbeteren (het zgn. verslechteringsverbod). Hierbij valt te denken aan het laten liggen van dood hout in bossen of het verbinden van verschillende ecosystemen. Ook voor natuur die verdwenen is of in een slechte staat verkeert zullen er maatregelen moeten worden voorzien.
Om bovenstaande doelen en maatregelen te concretiseren zullen de lidstaten nationale natuurherstelplannen moeten opstellen. In België zal dat de taak zijn van elk van de deelstaten afzonderlijk. De deelstaten zullen deze taak grondig moeten uitvoeren want de natuurherstelplannen zullen periodiek gecontroleerd worden door de Europese Commissie.
Ook het brede publiek zal zijn zegje hebben in de opmaak van de plannen. De Natuurherstelwet verzekert namelijk dat het brede publiek op een open en transparante manier inspraak moet hebben in de voorbereiding van de plannen en faciliteert de rechtstreekse toegang tot de rechter voor milieuverenigingen en andere belanghebbende partijen.
4. Zal de Natuurherstelwet leiden tot een vergunningenstop?
Bij de belangenorganisaties van de (land)bouwsector en de industrie heerst de vrees dat de komst van de Natuurherstelwet het moeilijker zal maken om nieuwe vergunningen te verkrijgen. Vooral het verslechteringsverbod wordt beschouwd als een rem op het afleveren van vergunningen. Velen zien de wet dan ook als een extra wapen om vergunningen mee aan te vechten.
Er dient echter te worden opgemerkt dat heel wat van de maatregelen die de Natuurherstelwet naar voren schuift, op vandaag al deel uitmaken van de Vlaamse natuurwetgeving. Zo bevat artikel 8 van het Natuurdecreet al een standstill-principe hetgeen inhoudt dat iedere verdere achteruitgang van de natuur moet worden voorkomen.
Bovendien dient de vergunningverlenende overheid bij iedere aanvraag al na te gaan of een bepaald project vermijdbare schade aan de natuur toebrengt door het uitvoeren van de natuurtoets. De natuurtoets, of zorgplicht voor de natuur, is van toepassing in ieder type bestemmingsgebied. Op die manier moet ook in woongebied worden nagegaan of er al dan niet sprake is van schade aan de natuur wanneer men bijvoorbeeld bomen wil kappen om een woningbouwproject te realiseren. Rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen leert trouwens dat de natuurtoets op een gedetailleerde wijze moet worden gemotiveerd en een vergunning effectief geweigerd kan worden wanneer dit niet het geval is.
In beschermde natuurgebieden wordt tenslotte nog een verstrengd toezicht uitgeoefend op de zorgplicht voor de natuur door de verscherpte natuurtoets, ook wel de VEN-toets genaamd.
Het is duidelijk dat het bestaand wetgevend instrumentarium veel gelijkenissen vertoont met de nieuwe bepalingen van de Natuurherstelwet. Om die reden is de kans dat er een vergunningenstop zit aan te komen eerder beperkt.
Het verslechteringsverbod uit de Natuurherstelwet lijkt eerder een reminder voor de lidstaten om op een verantwoorde wijze om te springen met hun nationaal natuurbeleid, althans is dit het geval voor Vlaanderen. Daarenboven creëren de uitzonderingsbepalingen van de Natuurherstelwet voldoende marge voor grote projecten van publiek belang. Ook mag niet uit het oog verloren worden dat het grootste deel van de bepalingen uit de Natuurherstelwet uitgaat van een inspanningsverbintenis van de lidstaten. De Vlaamse overheid zal niet veroordeeld worden door de EU voor het niet halen van de doelstellingen indien zij in staat is om aan te tonen dat ze er alles aan gedaan heeft om die doelen te bereiken.
5. Besluit
Vanaf het moment dat de Natuurherstelwet wordt gepubliceerd in het publicatieblad van de EU zal deze in werking treden. Toegegeven, de kwantitatieve doelen die de Natuurherstelwet vooropstelt zijn ambitieus en zorgen voor paniek bij belangenorganisaties. De belangrijkste maatregelen die worden ingevoerd, zoals het verslechteringsverbod, maken op vandaag echter reeds deel uit van de Vlaamse wetgeving. Naar alle waarschijnlijkheid zijn de kritieken die de Natuurherstelwet wegzetten als “een juridische doos van Pandora” ietwat overdreven. In ieder geval blijft de kans op een potentiële vergunningenstop zeer beperkt.
Wenst u meer te weten omtrent deze topic? Of heeft u andere vragen omtrent vastgoedgerelateerde onderwerpen? Ons team van gespecialiseerde advocaten staat klaar om al uw vragen te beantwoorden.
Ockier Advocaten | Beneluxpark 24, 8500 Kortrijk | T 056 25 60 60 | info@ockier-advocaten.be
BTW BE0452 031 480 | Bank: BE97 4665 5551 3149 | Derden: BE58 4665 5551 6179
© 2024 Ockier Advocaten | Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Witwasregelgeving | design: adfun.be
Ockier Advocaten | Beneluxpark 24, 8500 Kortrijk | T 056 25 60 60 | info@ockier-advocaten.be
BTW BE0452 031 480 | Bank: BE97 4665 5551 3149 | Derden: BE58 4665 5551 6179
© 2024 Ockier Advocaten | Algemene voorwaarden | Witwasregelgeving | design: adfun.be