06/07/2018
Het Parlement gaf op 29 maart 2018 haar finale zegen over het wetsontwerp met betrekking tot de hervorming van het ondernemingsrecht. Hiermee neemt België na 211 jaar afscheid van de Code de Commerce (het Wetboek van Koophandel) van Napoleon.
De hervorming omvat drie krachtlijnen.
1. De nieuwe definitie van “de onderneming”
Het ontwerp implementeert een nieuw ondernemingsbegrip ter vervanging van de vroegere notie "handelaar".
Het concept van “de handelaar” viel niet meer te rijmen met de hedendaagse economische realiteit. Het nieuwe basisbegrip moet meer coherentie en uniformiteit creëren.
Op grond van de nieuwe wet worden als onderneming bestempeld:
Dit is van belang voor de inschrijving en registratie in de Kruispuntbank van Ondernemingen maar heeft ook een uitbreiding van de boekhoudkundige verplichtingen tot gevolg. Bovendien wordt het nieuwe faillissements- en insolventierecht geënt op dit ondernemersbegrip, zodat bijvoorbeeld vrije beroepen voortaan het betwijfelbare privilege zullen hebben om failliet verklaard te worden.
Deze ondernemingen zullen hun geschillen kunnen voorleggen aan een gespecialiseerde rechtbank, namelijk de ondernemingsrechtbank. De rechtbank van koophandel wordt dus omgedoopt tot “ondernemingsrechtbank”.
Het gaat echter om meer dan een loutere naamswijziging. Zo zal de groep waaruit de lekenrechters gekozen worden groter worden.
De weinige bepalingen die nog waren te vinden in het Wetboek van Koophandel worden eruit gelicht en verhuizen naar het Wetboek van Economisch Recht. Enkele artikelen omtrent de zee- en binnenvaart blijven achter.
De bewijsregels voor ondernemingen worden geïncorporeerd in het Burgerlijk Wetboek. Inhoudelijk zal er echter weinig veranderen. Zo blijft onder andere de vrijheid van bewijs het uitgangspunt.
Deze hervormingen zullen grotendeels in werking treden op 1 november 2018.
06/07/2018
Het Parlement gaf op 29 maart 2018 haar finale zegen over het wetsontwerp met betrekking tot de hervorming van het ondernemingsrecht. Hiermee neemt België na 211 jaar afscheid van de Code de Commerce (het Wetboek van Koophandel) van Napoleon.
De hervorming omvat drie krachtlijnen.
1. De nieuwe definitie van “de onderneming”
Het ontwerp implementeert een nieuw ondernemingsbegrip ter vervanging van de vroegere notie "handelaar".
Het concept van “de handelaar” viel niet meer te rijmen met de hedendaagse economische realiteit. Het nieuwe basisbegrip moet meer coherentie en uniformiteit creëren.
Op grond van de nieuwe wet worden als onderneming bestempeld:
Dit is van belang voor de inschrijving en registratie in de Kruispuntbank van Ondernemingen maar heeft ook een uitbreiding van de boekhoudkundige verplichtingen tot gevolg. Bovendien wordt het nieuwe faillissements- en insolventierecht geënt op dit ondernemersbegrip, zodat bijvoorbeeld vrije beroepen voortaan het betwijfelbare privilege zullen hebben om failliet verklaard te worden.
Deze ondernemingen zullen hun geschillen kunnen voorleggen aan een gespecialiseerde rechtbank, namelijk de ondernemingsrechtbank. De rechtbank van koophandel wordt dus omgedoopt tot “ondernemingsrechtbank”.
Het gaat echter om meer dan een loutere naamswijziging. Zo zal de groep waaruit de lekenrechters gekozen worden groter worden.
De weinige bepalingen die nog waren te vinden in het Wetboek van Koophandel worden eruit gelicht en verhuizen naar het Wetboek van Economisch Recht. Enkele artikelen omtrent de zee- en binnenvaart blijven achter.
De bewijsregels voor ondernemingen worden geïncorporeerd in het Burgerlijk Wetboek. Inhoudelijk zal er echter weinig veranderen. Zo blijft onder andere de vrijheid van bewijs het uitgangspunt.
Deze hervormingen zullen grotendeels in werking treden op 1 november 2018.
06/07/2018
Het Parlement gaf op 29 maart 2018 haar finale zegen over het wetsontwerp met betrekking tot de hervorming van het ondernemingsrecht. Hiermee neemt België na 211 jaar afscheid van de Code de Commerce (het Wetboek van Koophandel) van Napoleon.
De hervorming omvat drie krachtlijnen.
1. De nieuwe definitie van “de onderneming”
Het ontwerp implementeert een nieuw ondernemingsbegrip ter vervanging van de vroegere notie "handelaar".
Het concept van “de handelaar” viel niet meer te rijmen met de hedendaagse economische realiteit. Het nieuwe basisbegrip moet meer coherentie en uniformiteit creëren.
Op grond van de nieuwe wet worden als onderneming bestempeld:
Dit is van belang voor de inschrijving en registratie in de Kruispuntbank van Ondernemingen maar heeft ook een uitbreiding van de boekhoudkundige verplichtingen tot gevolg. Bovendien wordt het nieuwe faillissements- en insolventierecht geënt op dit ondernemersbegrip, zodat bijvoorbeeld vrije beroepen voortaan het betwijfelbare privilege zullen hebben om failliet verklaard te worden.
Deze ondernemingen zullen hun geschillen kunnen voorleggen aan een gespecialiseerde rechtbank, namelijk de ondernemingsrechtbank. De rechtbank van koophandel wordt dus omgedoopt tot “ondernemingsrechtbank”.
Het gaat echter om meer dan een loutere naamswijziging. Zo zal de groep waaruit de lekenrechters gekozen worden groter worden.
De weinige bepalingen die nog waren te vinden in het Wetboek van Koophandel worden eruit gelicht en verhuizen naar het Wetboek van Economisch Recht. Enkele artikelen omtrent de zee- en binnenvaart blijven achter.
De bewijsregels voor ondernemingen worden geïncorporeerd in het Burgerlijk Wetboek. Inhoudelijk zal er echter weinig veranderen. Zo blijft onder andere de vrijheid van bewijs het uitgangspunt.
Deze hervormingen zullen grotendeels in werking treden op 1 november 2018.
Ockier Advocaten | Beneluxpark 24, 8500 Kortrijk | T 056 25 60 60 | info@ockier-advocaten.be
BTW BE0452 031 480 | Bank: BE97 4665 5551 3149 | Derden: BE58 4665 5551 6179
© 2024 Ockier Advocaten | Algemene voorwaarden | Privacybeleid | Witwasregelgeving | design: adfun.be
Ockier Advocaten | Beneluxpark 24, 8500 Kortrijk | T 056 25 60 60 | info@ockier-advocaten.be
BTW BE0452 031 480 | Bank: BE97 4665 5551 3149 | Derden: BE58 4665 5551 6179
© 2024 Ockier Advocaten | Algemene voorwaarden | Witwasregelgeving | design: adfun.be