05/11/2024
De grote impact van nieuwe regelgeving op de keten van onderaannemers
1. Inleiding
In de bouwsector werkt men op vandaag vaak met een keten van (onder)aannemers waarbij de ene onderaannemer zijn volledige opdracht uitbesteedt aan zijn eigen onderaannemer. Bij wet van 15.05.2024 houdende wijzigingen van het sociaal strafrecht en diverse arbeidsrechtelijke bepalingen wijzigt de wetgever de spelregels voor onderaannemers in de bouwsector, waardoor deze huidige praktijken in grote mate onmogelijk worden. In de wetgeving voor overheidsopdrachten was dergelijk verbod reeds eerder van toepassing. De nieuwe wet treedt in werking op 01.01.2025.
Met deze wet gaat de wetgever de strijd aan tegen slechte arbeidsomstandigheden en probeert hij ook het risico op illegale tewerkstelling en sociale dumping tegen te gaan. De impact van deze nieuwe wet is voor de bouwsector echter niet te onderschatten en zal ook firma’s raken die zich niet schuldig maken aan voornoemde wanpraktijken.
2. Problematiek?
Na de inwerkingtreding van de wet, zal de onderaannemer steeds een deel van de overeenkomst zelf moeten uitvoeren.
De onderaannemer zal de overeenkomst nooit volledig aan één of meerdere onderaannemers (verder in de keten) mogen geven zonder zelf enig uitvoerend werk voor zijn rekening te nemen. Ook het loutere behoud van de coördinatie van het project zal niet voldoende zijn.
Een voorbeeld:
Een projectontwikkelaar (opdrachtgever) sluit een contract met een bouwfirma (hoofdaannemer) voor het bouwen van een nieuwbouwproject van 10 woningen. Deze hoofdaannemer sluit op zijn beurt een overeenkomst met een tegelbedrijf (onderaannemer) voor het leveren en plaatsen van tegels.
Op vandaag is het vaak zo dat een tegelbedrijf de volledige plaatsing van de tegels verder uitbesteedt aan haar onderaannemer. Na 01.01.2025 mag dit niet meer zomaar en dient het tegelbedrijf steeds nog zelf in te staan voor een deel van het uitvoerend / materieel werk (het plaatsen van de tegels). In de praktijk zullen dergelijke bedrijven aldus meer werknemers in dienst moeten nemen, zodat zij bepaalde werken zelf kunnen uitvoeren in plaats van deze uit te besteden aan zelfstandige onderaannemers. Dit brengt bijkomende kosten met zich mee voor deze aannemers.
Hoe groot het percentage van de door de onderaannemer zelf uitgevoerde werken moet zijn, is op vandaag nog onduidelijk. Dit zal doorheen de jaren verduidelijkt moeten worden door middel van rechtspraak. Het zal finaal aan de rechter zijn om te oordelen of, in het licht van de concrete omstandigheden, het deel dat de onderaannemer zelf nog uitvoert, al dan niet volstaat.
3. Sancties
De wetgever heeft concrete (en strenge) sancties voorzien voor inbreuken op deze nieuwe wetgeving. Zo kan een onderaannemer die zich niet aan de regels houdt, gesanctioneerd worden met een sanctie van niveau 4 uit het Sociaal Strafwetboek (hoogste sanctie).
Zowel de onderaannemer als zijn lasthebbers en aangestelden riskeren een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en/of een strafrechtelijke boete van 4.800,00 EUR tot 56.000,00 EUR (respectievelijk 600,00 en 7.000,00 EUR x opdeciemen). Aangezien een rechtspersoon geen gevangenisstraf opgelegd kan krijgen, krijgt zij een bijkomende (hoge) boete. De sanctionerende instantie kan ook een administratieve geldboete opleggen van 2.400,00 EUR tot 28.000,00 EUR.
4. Openbare orde
Volgens de wetgever is de nieuwe regelgeving bovendien van openbare orde. Hierdoor zijn contractuele afwijkingen niet mogelijk.
Wenst u meer te weten omtrent deze topic? Hebt u graag dat wij uw contract of algemene voorwaarden opmaken of nazien? Of heeft u andere vragen omtrent vastgoedgerelateerde onderwerpen? Ons team van gespecialiseerde advocaten staat klaar om al uw vragen te beantwoorden.
05/11/2024
De grote impact van nieuwe regelgeving op de keten van onderaannemers
1. Inleiding
In de bouwsector werkt men op vandaag vaak met een keten van (onder)aannemers waarbij de ene onderaannemer zijn volledige opdracht uitbesteedt aan zijn eigen onderaannemer. Bij wet van 15.05.2024 houdende wijzigingen van het sociaal strafrecht en diverse arbeidsrechtelijke bepalingen wijzigt de wetgever de spelregels voor onderaannemers in de bouwsector, waardoor deze huidige praktijken in grote mate onmogelijk worden. In de wetgeving voor overheidsopdrachten was dergelijk verbod reeds eerder van toepassing. De nieuwe wet treedt in werking op 01.01.2025.
Met deze wet gaat de wetgever de strijd aan tegen slechte arbeidsomstandigheden en probeert hij ook het risico op illegale tewerkstelling en sociale dumping tegen te gaan. De impact van deze nieuwe wet is voor de bouwsector echter niet te onderschatten en zal ook firma’s raken die zich niet schuldig maken aan voornoemde wanpraktijken.
2. Problematiek?
Na de inwerkingtreding van de wet, zal de onderaannemer steeds een deel van de overeenkomst zelf moeten uitvoeren.
De onderaannemer zal de overeenkomst nooit volledig aan één of meerdere onderaannemers (verder in de keten) mogen geven zonder zelf enig uitvoerend werk voor zijn rekening te nemen. Ook het loutere behoud van de coördinatie van het project zal niet voldoende zijn.
Een voorbeeld:
Een projectontwikkelaar (opdrachtgever) sluit een contract met een bouwfirma (hoofdaannemer) voor het bouwen van een nieuwbouwproject van 10 woningen. Deze hoofdaannemer sluit op zijn beurt een overeenkomst met een tegelbedrijf (onderaannemer) voor het leveren en plaatsen van tegels.
Op vandaag is het vaak zo dat een tegelbedrijf de volledige plaatsing van de tegels verder uitbesteedt aan haar onderaannemer. Na 01.01.2025 mag dit niet meer zomaar en dient het tegelbedrijf steeds nog zelf in te staan voor een deel van het uitvoerend / materieel werk (het plaatsen van de tegels). In de praktijk zullen dergelijke bedrijven aldus meer werknemers in dienst moeten nemen, zodat zij bepaalde werken zelf kunnen uitvoeren in plaats van deze uit te besteden aan zelfstandige onderaannemers. Dit brengt bijkomende kosten met zich mee voor deze aannemers.
Hoe groot het percentage van de door de onderaannemer zelf uitgevoerde werken moet zijn, is op vandaag nog onduidelijk. Dit zal doorheen de jaren verduidelijkt moeten worden door middel van rechtspraak. Het zal finaal aan de rechter zijn om te oordelen of, in het licht van de concrete omstandigheden, het deel dat de onderaannemer zelf nog uitvoert, al dan niet volstaat.
3. Sancties
De wetgever heeft concrete (en strenge) sancties voorzien voor inbreuken op deze nieuwe wetgeving. Zo kan een onderaannemer die zich niet aan de regels houdt, gesanctioneerd worden met een sanctie van niveau 4 uit het Sociaal Strafwetboek (hoogste sanctie).
Zowel de onderaannemer als zijn lasthebbers en aangestelden riskeren een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en/of een strafrechtelijke boete van 4.800,00 EUR tot 56.000,00 EUR (respectievelijk 600,00 en 7.000,00 EUR x opdeciemen). Aangezien een rechtspersoon geen gevangenisstraf opgelegd kan krijgen, krijgt zij een bijkomende (hoge) boete. De sanctionerende instantie kan ook een administratieve geldboete opleggen van 2.400,00 EUR tot 28.000,00 EUR.
4. Openbare orde
Volgens de wetgever is de nieuwe regelgeving bovendien van openbare orde. Hierdoor zijn contractuele afwijkingen niet mogelijk.
Wenst u meer te weten omtrent deze topic? Hebt u graag dat wij uw contract of algemene voorwaarden opmaken of nazien? Of heeft u andere vragen omtrent vastgoedgerelateerde onderwerpen? Ons team van gespecialiseerde advocaten staat klaar om al uw vragen te beantwoorden.
05/11/2024
De grote impact van nieuwe regelgeving op de keten van onderaannemers
1. Inleiding
In de bouwsector werkt men op vandaag vaak met een keten van (onder)aannemers waarbij de ene onderaannemer zijn volledige opdracht uitbesteedt aan zijn eigen onderaannemer. Bij wet van 15.05.2024 houdende wijzigingen van het sociaal strafrecht en diverse arbeidsrechtelijke bepalingen wijzigt de wetgever de spelregels voor onderaannemers in de bouwsector, waardoor deze huidige praktijken in grote mate onmogelijk worden. In de wetgeving voor overheidsopdrachten was dergelijk verbod reeds eerder van toepassing. De nieuwe wet treedt in werking op 01.01.2025.
Met deze wet gaat de wetgever de strijd aan tegen slechte arbeidsomstandigheden en probeert hij ook het risico op illegale tewerkstelling en sociale dumping tegen te gaan. De impact van deze nieuwe wet is voor de bouwsector echter niet te onderschatten en zal ook firma’s raken die zich niet schuldig maken aan voornoemde wanpraktijken.
2. Problematiek?
Na de inwerkingtreding van de wet, zal de onderaannemer steeds een deel van de overeenkomst zelf moeten uitvoeren.
De onderaannemer zal de overeenkomst nooit volledig aan één of meerdere onderaannemers (verder in de keten) mogen geven zonder zelf enig uitvoerend werk voor zijn rekening te nemen. Ook het loutere behoud van de coördinatie van het project zal niet voldoende zijn.
Een voorbeeld:
Een projectontwikkelaar (opdrachtgever) sluit een contract met een bouwfirma (hoofdaannemer) voor het bouwen van een nieuwbouwproject van 10 woningen. Deze hoofdaannemer sluit op zijn beurt een overeenkomst met een tegelbedrijf (onderaannemer) voor het leveren en plaatsen van tegels.
Op vandaag is het vaak zo dat een tegelbedrijf de volledige plaatsing van de tegels verder uitbesteedt aan haar onderaannemer. Na 01.01.2025 mag dit niet meer zomaar en dient het tegelbedrijf steeds nog zelf in te staan voor een deel van het uitvoerend / materieel werk (het plaatsen van de tegels). In de praktijk zullen dergelijke bedrijven aldus meer werknemers in dienst moeten nemen, zodat zij bepaalde werken zelf kunnen uitvoeren in plaats van deze uit te besteden aan zelfstandige onderaannemers. Dit brengt bijkomende kosten met zich mee voor deze aannemers.
Hoe groot het percentage van de door de onderaannemer zelf uitgevoerde werken moet zijn, is op vandaag nog onduidelijk. Dit zal doorheen de jaren verduidelijkt moeten worden door middel van rechtspraak. Het zal finaal aan de rechter zijn om te oordelen of, in het licht van de concrete omstandigheden, het deel dat de onderaannemer zelf nog uitvoert, al dan niet volstaat.
3. Sancties
De wetgever heeft concrete (en strenge) sancties voorzien voor inbreuken op deze nieuwe wetgeving. Zo kan een onderaannemer die zich niet aan de regels houdt, gesanctioneerd worden met een sanctie van niveau 4 uit het Sociaal Strafwetboek (hoogste sanctie).
Zowel de onderaannemer als zijn lasthebbers en aangestelden riskeren een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en/of een strafrechtelijke boete van 4.800,00 EUR tot 56.000,00 EUR (respectievelijk 600,00 en 7.000,00 EUR x opdeciemen). Aangezien een rechtspersoon geen gevangenisstraf opgelegd kan krijgen, krijgt zij een bijkomende (hoge) boete. De sanctionerende instantie kan ook een administratieve geldboete opleggen van 2.400,00 EUR tot 28.000,00 EUR.
4. Openbare orde
Volgens de wetgever is de nieuwe regelgeving bovendien van openbare orde. Hierdoor zijn contractuele afwijkingen niet mogelijk.
Wenst u meer te weten omtrent deze topic? Hebt u graag dat wij uw contract of algemene voorwaarden opmaken of nazien? Of heeft u andere vragen omtrent vastgoedgerelateerde onderwerpen? Ons team van gespecialiseerde advocaten staat klaar om al uw vragen te beantwoorden.
Ockier Advocaten | Beneluxpark 24, 8500 Kortrijk | T 056 25 60 60 | info@ockier-advocaten.be 
BTW BE0452 031 480 | Bank: BE97 4665 5551 3149 | Derden: BE58 4665 5551 6179
Ockier Advocaten | Beneluxpark 24, 8500 Kortrijk | T 056 25 60 60 | info@ockier-advocaten.be
BTW BE0452 031 480 | Bank: BE97 4665 5551 3149 | Derden: BE58 4665 5551 6179