News & events

NB sept 2024

10/09/2024

Boek 6: de schrik van bestuurders, werknemers en onderaannemers?

  1. Inleiding 

Op de eerste dag van de zomervakantie (1 juli 2024) werd de wet van 7 februari 2024 houdende boek 6 “Buitencontractuele aansprakelijkheid” van het Burgerlijk Wetboek gepubliceerd in het Belgisch Staatblad. De nieuwe wet is van toepassing op alle feiten vanaf 1 januari 2025 en vervangt de gekende artikelen 1382 tot 1386bis oud BW. 

 

Zoals de titel van de wet zelf zegt, legt deze wet de focus op de buitencontractuele aansprakelijkheid. De nieuwe wet zorgt voor een kentering ten opzichte van de huidige rechtspraak. Vooral de verruiming van de buitencontractuele aansprakelijkheid van hulppersonen vormt een grote breuklijn met de huidige regelgeving/rechtspraak. 

 

Deze nieuwe wetgeving heeft een grote impact aangezien veel mensen/rechtspersonen beroep doen op andere partijen voor de uitvoering van hun overeenkomst. Denk maar aan bestuurders van vennootschappen, werknemers, onderaannemers etc.  

 

  1. Situatie tot en met 31 december 2024 

Momenteel is het arrest van het Hof van Cassatie van 7 december 1973, beter gekend als het Stuwadoorsarrest, nog van toepassing inzake buitencontractuele aansprakelijkheid voor hulppersonen. Door het principe van de quasi-immuniteit van de hulppersoon, dat zijn oorsprong vindt in voornoemd arrest, is het (in de praktijk) bijzonder moeilijk om de hulppersoon aan te spreken voor zijn/haar buitencontractuele aansprakelijkheid.  

 

  1. Situatie vanaf 1 januari 2025 

In tegenstelling tot bij de huidige wetgeving, is een samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid tussen contractspartijen (partijen A en B) wel mogelijk onder de nieuwe wetgeving. Bovendien kan de hulppersoon (partij C, aangesteld door partij B) nu rechtstreeks aangesproken worden op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid. Dit was voordien (nagenoeg) niet mogelijk. Het principe van de quasi-immuniteit van de hulppersoon gaat dus op de schop. 

 

De hulppersoon wordt door de wetgever echter niet volledig in de kou gelaten en kan zich op een aantal verweermiddelen beroepen indien deze contractueel worden bepaald. Deze verweermiddelen kunnen geen soelaas bieden in geval van schade als gevolg van aantasting van de fysieke of psychische integriteit of voor fouten die met opzet begaan zijn.  

 

Voor bestuurders van vennootschappen zal er ook steeds een zekere mate van bescherming geboden worden door het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen. Tegelijkertijd limiteert dit wetboek ook de mogelijkheden voor bestuurders om hun aansprakelijkheid te beperken. 

 

  1. En nu? 

De nieuwe wet is van toepassing op alle feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2025. Dit betekent dat ook contracten die nu reeds gesloten zijn, onderworpen zouden kunnen zijn aan deze nieuwe wetgeving hoewel zij niet aangepast zijn aan de nieuwe wetgeving. Hoe de rechtbanken zich zullen uitspreken over dit euvel, valt nog af te wachten maar het is in elk geval beter om zelf reeds een aantal voorzorgen te nemen. 

 

Aangezien Boek 6 in principe van aanvullend recht is, kunt u ervan afwijken. U zorgt er dus best voor dat uw hoofdcontract en/of uw ondercontract nu reeds aangepast zijn aan deze nieuwe wetgeving en de nodige beschermingsmechanismen voorzien zijn. Daarbij is het uiteraard van belang dat u steeds voldoet aan de overige (dwingende) wetgeving, zoals het Wetboek Economisch Recht en Wetboek Vennootschappen en Verenigingen..  

 

 

Wenst u meer te weten omtrent deze topic en wat de exacte impact is voor u als bestuurder, werknemer of onderaannemer? Hebt u graag dat wij uw contract of algemene voorwaarden opmaken of nazien? Of heeft u andere vragen omtrent vastgoedgerelateerde onderwerpen? Ons team van gespecialiseerde advocaten staat klaar om al uw vragen te beantwoorden. 

 

Auteur

Laura Iacopucci

News & events

NB sept 2024

10/09/2024

Boek 6: de schrik van bestuurders, werknemers en onderaannemers?

  1. Inleiding 

Op de eerste dag van de zomervakantie (1 juli 2024) werd de wet van 7 februari 2024 houdende boek 6 “Buitencontractuele aansprakelijkheid” van het Burgerlijk Wetboek gepubliceerd in het Belgisch Staatblad. De nieuwe wet is van toepassing op alle feiten vanaf 1 januari 2025 en vervangt de gekende artikelen 1382 tot 1386bis oud BW. 

 

Zoals de titel van de wet zelf zegt, legt deze wet de focus op de buitencontractuele aansprakelijkheid. De nieuwe wet zorgt voor een kentering ten opzichte van de huidige rechtspraak. Vooral de verruiming van de buitencontractuele aansprakelijkheid van hulppersonen vormt een grote breuklijn met de huidige regelgeving/rechtspraak. 

 

Deze nieuwe wetgeving heeft een grote impact aangezien veel mensen/rechtspersonen beroep doen op andere partijen voor de uitvoering van hun overeenkomst. Denk maar aan bestuurders van vennootschappen, werknemers, onderaannemers etc.  

 

  1. Situatie tot en met 31 december 2024 

Momenteel is het arrest van het Hof van Cassatie van 7 december 1973, beter gekend als het Stuwadoorsarrest, nog van toepassing inzake buitencontractuele aansprakelijkheid voor hulppersonen. Door het principe van de quasi-immuniteit van de hulppersoon, dat zijn oorsprong vindt in voornoemd arrest, is het (in de praktijk) bijzonder moeilijk om de hulppersoon aan te spreken voor zijn/haar buitencontractuele aansprakelijkheid.  

 

  1. Situatie vanaf 1 januari 2025 

In tegenstelling tot bij de huidige wetgeving, is een samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid tussen contractspartijen (partijen A en B) wel mogelijk onder de nieuwe wetgeving. Bovendien kan de hulppersoon (partij C, aangesteld door partij B) nu rechtstreeks aangesproken worden op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid. Dit was voordien (nagenoeg) niet mogelijk. Het principe van de quasi-immuniteit van de hulppersoon gaat dus op de schop. 

 

De hulppersoon wordt door de wetgever echter niet volledig in de kou gelaten en kan zich op een aantal verweermiddelen beroepen indien deze contractueel worden bepaald. Deze verweermiddelen kunnen geen soelaas bieden in geval van schade als gevolg van aantasting van de fysieke of psychische integriteit of voor fouten die met opzet begaan zijn.  

 

Voor bestuurders van vennootschappen zal er ook steeds een zekere mate van bescherming geboden worden door het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen. Tegelijkertijd limiteert dit wetboek ook de mogelijkheden voor bestuurders om hun aansprakelijkheid te beperken. 

 

  1. En nu? 

De nieuwe wet is van toepassing op alle feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2025. Dit betekent dat ook contracten die nu reeds gesloten zijn, onderworpen zouden kunnen zijn aan deze nieuwe wetgeving hoewel zij niet aangepast zijn aan de nieuwe wetgeving. Hoe de rechtbanken zich zullen uitspreken over dit euvel, valt nog af te wachten maar het is in elk geval beter om zelf reeds een aantal voorzorgen te nemen. 

 

Aangezien Boek 6 in principe van aanvullend recht is, kunt u ervan afwijken. U zorgt er dus best voor dat uw hoofdcontract en/of uw ondercontract nu reeds aangepast zijn aan deze nieuwe wetgeving en de nodige beschermingsmechanismen voorzien zijn. Daarbij is het uiteraard van belang dat u steeds voldoet aan de overige (dwingende) wetgeving, zoals het Wetboek Economisch Recht en Wetboek Vennootschappen en Verenigingen..  

 

 

Wenst u meer te weten omtrent deze topic en wat de exacte impact is voor u als bestuurder, werknemer of onderaannemer? Hebt u graag dat wij uw contract of algemene voorwaarden opmaken of nazien? Of heeft u andere vragen omtrent vastgoedgerelateerde onderwerpen? Ons team van gespecialiseerde advocaten staat klaar om al uw vragen te beantwoorden. 

 

Auteur

Laura Iacopucci

News & events

NB sept 2024

10/09/2024

Boek 6: de schrik van bestuurders, werknemers en onderaannemers?

  1. Inleiding 

Op de eerste dag van de zomervakantie (1 juli 2024) werd de wet van 7 februari 2024 houdende boek 6 “Buitencontractuele aansprakelijkheid” van het Burgerlijk Wetboek gepubliceerd in het Belgisch Staatblad. De nieuwe wet is van toepassing op alle feiten vanaf 1 januari 2025 en vervangt de gekende artikelen 1382 tot 1386bis oud BW. 

 

Zoals de titel van de wet zelf zegt, legt deze wet de focus op de buitencontractuele aansprakelijkheid. De nieuwe wet zorgt voor een kentering ten opzichte van de huidige rechtspraak. Vooral de verruiming van de buitencontractuele aansprakelijkheid van hulppersonen vormt een grote breuklijn met de huidige regelgeving/rechtspraak. 

 

Deze nieuwe wetgeving heeft een grote impact aangezien veel mensen/rechtspersonen beroep doen op andere partijen voor de uitvoering van hun overeenkomst. Denk maar aan bestuurders van vennootschappen, werknemers, onderaannemers etc.  

 

  1. Situatie tot en met 31 december 2024 

Momenteel is het arrest van het Hof van Cassatie van 7 december 1973, beter gekend als het Stuwadoorsarrest, nog van toepassing inzake buitencontractuele aansprakelijkheid voor hulppersonen. Door het principe van de quasi-immuniteit van de hulppersoon, dat zijn oorsprong vindt in voornoemd arrest, is het (in de praktijk) bijzonder moeilijk om de hulppersoon aan te spreken voor zijn/haar buitencontractuele aansprakelijkheid.  

 

  1. Situatie vanaf 1 januari 2025 

In tegenstelling tot bij de huidige wetgeving, is een samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid tussen contractspartijen (partijen A en B) wel mogelijk onder de nieuwe wetgeving. Bovendien kan de hulppersoon (partij C, aangesteld door partij B) nu rechtstreeks aangesproken worden op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid. Dit was voordien (nagenoeg) niet mogelijk. Het principe van de quasi-immuniteit van de hulppersoon gaat dus op de schop. 

 

De hulppersoon wordt door de wetgever echter niet volledig in de kou gelaten en kan zich op een aantal verweermiddelen beroepen indien deze contractueel worden bepaald. Deze verweermiddelen kunnen geen soelaas bieden in geval van schade als gevolg van aantasting van de fysieke of psychische integriteit of voor fouten die met opzet begaan zijn.  

 

Voor bestuurders van vennootschappen zal er ook steeds een zekere mate van bescherming geboden worden door het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen. Tegelijkertijd limiteert dit wetboek ook de mogelijkheden voor bestuurders om hun aansprakelijkheid te beperken. 

 

  1. En nu? 

De nieuwe wet is van toepassing op alle feiten die zich voordoen vanaf 1 januari 2025. Dit betekent dat ook contracten die nu reeds gesloten zijn, onderworpen zouden kunnen zijn aan deze nieuwe wetgeving hoewel zij niet aangepast zijn aan de nieuwe wetgeving. Hoe de rechtbanken zich zullen uitspreken over dit euvel, valt nog af te wachten maar het is in elk geval beter om zelf reeds een aantal voorzorgen te nemen. 

 

Aangezien Boek 6 in principe van aanvullend recht is, kunt u ervan afwijken. U zorgt er dus best voor dat uw hoofdcontract en/of uw ondercontract nu reeds aangepast zijn aan deze nieuwe wetgeving en de nodige beschermingsmechanismen voorzien zijn. Daarbij is het uiteraard van belang dat u steeds voldoet aan de overige (dwingende) wetgeving, zoals het Wetboek Economisch Recht en Wetboek Vennootschappen en Verenigingen..  

 

 

Wenst u meer te weten omtrent deze topic en wat de exacte impact is voor u als bestuurder, werknemer of onderaannemer? Hebt u graag dat wij uw contract of algemene voorwaarden opmaken of nazien? Of heeft u andere vragen omtrent vastgoedgerelateerde onderwerpen? Ons team van gespecialiseerde advocaten staat klaar om al uw vragen te beantwoorden.